Archief NIVON. Jongeren
Biographical / Historical Note | In 1959 hief de AJC (Arbeiders Jeugd Centrale) zich op om "Ruimte" te scheppen voor experimenten. Geen goed idee vond het bestuur van het Instituut voor ArbeidersOntwikkeling (IvAO), dat vervolgens op het congres van 1959 besloot om zelf een jeugdlidmaatschap in te voeren voor 15 – 18 jarigen. Dat jeugdlidmaatschap betekende nog niet dat er een eigen organisatievorm was. Er bestond al wel een klein aantal jeugdgroepen, zoals in Hengelo (Albert v.d. Wey). Op datzelfde congres werd besloten de naam van het IvAO te veranderen in Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk, kortweg NIVON. Op 28 mei 1960 besprak de Instituutsraad van het NIVON 12 richtlijnen voor het jongerenwerk. Op 5 en 6 november 1960 werden die als statuut vastgesteld door een jongerenconferentie in jeugdherberg de Grashof te Amersfoort. De eerste jaren waren jaren van opbouw. Er kwam een jongerenbestuur, waarin ook leden van het Centraal Bestuur van het NIVON zitting hadden (Guus Sterman en Wim Huslage). In 1961 verscheen "Nivo" voor het eerst, het blad voor alle Nivonjongeren. In 1962 werd de leeftijdgrens uitgebreid naar 21 jaar. Het ledental steeg gestaag. In 1964 al 4000, verenigd in 30 afdelingen. Het Nivonjongerenwerk sloot zich aan bij de Nederlandse Jeugdgemeenschap (NJG), later de Nederlandse Federatie voor Jeugd en Jongeren (NFJJ), om er in 1977 weer uit te stappen. Na enige tijd kwam er ook een betaalde kracht (Albert v.d. Wey). Dat maakte de bevoogding vanuit het Centraal Bestuur van het NIVON grotendeels overbodig. De leiding was in handen van het Landelijk Jongeren Bestuur (LJB), bestaande uit jongeren zelf.Het eerste jongeren-pinksterkamp werd in 1962 gehouden in Blaricum. Daarna was dit fenomeen een jaarlijks terugkerend hoogtepunt. Activiteiten waren o.m. een volleybaltoernooi tussen de afdelingen, volksdansen en optredens van artiesten als Seth Gaaikema, het Cocktailtrio, Lurelei e.d.De statuten waren vrij algemeen geformuleerd. Toch voelden de jongeren zich verwant met de sociaal- democratische beweging. Zo werd er een actie gehouden ter ondersteuning van Zuid-Afrikaanse studenten. Daarmee vulde het Nivon-jongerenwerk in de eerste jaren het gat dat de AJC achterliet. Halverwege de jaren zestig veranderden de activiteiten en politiseerde het werk. Er ontstonden heftige disputen en soms ook conflicten met de moederorganisatie over thema's als drankgebruik, gemengd slapen en de politieke richting van het werk. Een aantal afdelingen kreeg de beschikking over een eigen ruimte. De pinksterkampen kregen steeds meer het karakter van een popfestival. Veel muziek van diverse bands, action painting, veel informatie over dienstweigeren, de pil, Vietnam, drugs e.d. Alle activiteiten werden door de jongeren zelf georganiseerd en dat bleek voor velen die daaraan meewerkten en deelnamen een bepalende factor in hun leven. In die periode kreeg ook het reizenwerk gestalte in de vorm van Knor (Keurig netjes op reis)-reizen. In die periode voornamelijk busjesreizen onder leiding van jongeren die daartoe speciale reis(bege)leidersweekends hadden gevolgd. De politisering werd vanaf 1971 in handen gelegd van een speciale werkgroep (de groep van Acht, bestaande uit 11 personen).De meeste afdelingen zaten in het westen van het land en in Twente. Een uitzondering was Wolvega waar een jarenlang goed draaiende afdeling tal van activiteiten organiseerde zoals de Tukkel-festivals.Belangrijk was ook de verwerving van een eigen landelijk gebouw. Het oude natuurvriendenhuis Ons Honk in Lage Vuursche mocht van de Stichting Natuurvriendenhuizen worden (op)gebruikt door de jongeren. Beheerd door vrijwilligers groeide het uit tot het landelijk activiteitencentrum (tot de verkoop in 2000). De scholingsweekends van de Groep van Acht bleken te theoretisch. Rond 1972/73 leek het werk vast te lopen. Er was al een aantal jaren geen ledenblad meer, de financiën lieten zwaar te wensen over. Het scheelde niet veel of het Nivoncongres van 1974 had het jongerenwerk opgeheven. Tijd voor een herbezinning. Er kwam een Speciale Onderzoek Kommissie (SOK). Vanaf die tijd werden, door bezuinigingen ingegeven, de pinksterkampen samen met de overige geledingen van het Nivon georganiseerd. Het jongerencongres van 1975 kreeg de naam "Elan '75" mee om de kentering te benadrukken. De activiteiten kregen een bewust vormend karakter (ter lering en vermaak, leuk en je pikte er wat van mee). Ze kregen vooral gestalte in vormingsweekends van de werkgroep "Wij en de mij" (Wij en de maatschappij van nu en straks). Actieve recreatie werd een belangrijk onderdeel. Vanaf 1977 nam ook het vrouwenwerk een vlucht en er kwam weer een ledenblad, Rakelinks. Op het Nivoncongres van 1977 kon het jongerenwerk zich presenteren als een herboren organisatie. Er werden voorstellen gedaan om te komen tot kinderwerk en jongvolwassenenwerk. De leeftijd werd uitgebreid tot 25 jaar. De financiën waren weer gezond. Het LJB werd Centraal Jongeren Bestuur (CJB). De Nivonjongeren beseften in die periode de enige culturele jongerenorganisatie te zijn die wel links is, maar niet partijgebonden. De daarop volgende jaren werden de activiteiten uitgebreid met o.m. kinderkampen.In de loop van die jaren veranderde de naam van Nivonjongeren in Nivon Jeugd en Jongeren. In 2000 gaf de organisatie aan geen kader meer te kunnen vinden om zelfstandig het werk overeind te houden. Het bestuur van het Nivon werd zo ook het bestuur van de jongerenorganisatie en de professionele ondersteuning verdween. Nivon Jeugd en Jongeren is niet meer. Onder de naam Jump bleef het kampwerk wel overeind. In 2018 besloot het Nivon weer een eigen jongeren organisatie op te richten, gedragen door jongeren zelf. Vanaf 2019 functioneert Nivonjong. De activiteiten groeien weer en het Nivon hoopt zich mede hiermee van een toekomst te verzekeren |
---|---|
Acquisition | Archief geschonken aan het IISG door het NIVON in |
Content | Stukken van het Landelijk Jongerenbestuur (LJB, CJJB), in enkele gevallen inclusief stukken van het Dagelijks Jongeren Bestuur (DJB), chronologisch geordend van 1964 t/m 1998; correspondentie en stukken secretariaat chronologisch en op nummer geordend van 1962 tot 1991; Jongeren congressen 1962 t/m 1999 (incompleet); jaarverslagen 1959 t/m 1977 (incompleet); stukken met betrekking tot organisatie, beleid en financiën inclusief voorbereidende stukken, statuten en huishoudelijk reglement, 1960 - 2007; periodieken waaronder NIVO (Niveau), Rakelinks, PC163, en overige, 1963-1987 (incompleet); stukken van en met betrekking tot gewesten en afdelingen, 1961-1997; externe contacten nationaal 1955-1979 en internationaal (o.a. NFI en NFJI) 1958-2006; stukken met betrekking tot Stichting Lage Vuursche (Ons Honk) inclusief juridische, financiële en die m.b.t. beheer en voortbestaan, 1965-2001; kaderwerk inclusief kaderblad, -brief, -nieuws, -weekends 1961-2000; reizenwerk o.a. KNOR, JUMP, Spring en diverse kampen, 1962-2010; werkgroepen en commissies, 1971-1990; Kinderwerk, 1978-1997; projecten zoals Wij en de Mij (1975-1980), Nivon Jongt (2007-2009); Vrouwengroepen en -kampen (1962-1988). |
Processing Information | Archief geordend en lijst gemaakt door Jannie Stegeman, Marijke W. de Kleijn – de Vrankrijker en Wim van der Velde, 2019 |
Related Material | Zie ook Archief NIVON en Archief Cornelis de Boer |